Algemeen. Veel benzinestations bevatten toilet faciliteiten voor hun cliënten. De vervuilingswaarde van het aldus geproduceerde afvalwater bedraagt, berekend met de rijksformule voor de heffing, in het algemeen tientallen vervuilingseenheden (v.e.). Dit is te veel om zonder uitgebreide behandeling op het oppervlaktewater of via infiltratie in de grond te worden geloosd. In de talrijke situaties waarbij geen riolering aanwezig is zal daarom een kleinschalige zuiveringsinstallatie dienen te worden geïnstalleerd, welke niet alleen mechanische doch ook biologische zuivering van afvalwater verricht. In het algemeen zal het bedienend personeel van een benzinestation niet over de vereiste kennis beschikken m.b.t. deze processen. Daarom zal een installatie aan hoge eisen van bedrijfszekerheid en goede werking moeten voldoen. De Bio-Clean installaties voldoen volledig aan deze criteria zoals in een afgerond onderzoek in opdracht van het Ministerie van VROM uitgevoerd, werd vastgesteld. Dit onderzoek uitgevoerd door het bureau Witteveen en Bos in Deventer, betrof diverse typen kleinschalige ( biologische) zuiveringen in grootte variërend tussen 5 en 200 v.e. De apparatuur van MILIEUTECHNIEK INTERNATIONAL 2000 was in dit onderzoek betrokken. Naast bovengenoemde voordelen bleek toepassing van biorotoren ook financieel gunstig (inclusief toezicht en onderhoud) ze komen tevens in aanmerking voor MILIEUINVESTERINGSAFTREK. De BIO-CLEAN installaties worden omschreven in het lozingenbesluit van 1-7-1990. Toepassing van de BIO-CLEAN biorotor type 4100 biedt een adequate oplossing tegen een gunstige prijs. Op basis van de aan ons verstrekte gegevens over benzinestations langs autowegen in buitengebieden wordt de werking in het navolgende besproken.
Samenstelling afvalwater. De berekeningen zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten voor het ruwe afvalwater. Aanvoer gem. 5m3/dag. Lozing tussen 6 en 23 uur + piek lozingen.
BZV5
|
- gehalte
|
270 mg/l
|
CZV
|
- gehalte
|
660 mg/l
|
N-Kj
|
- gehalte
|
320 mg/l
|
P totaal
|
- gehalte
|
20 mg/l
|
C1
|
- gehalte
|
170 mg/l
|
|
Deze samenstelling is gebaseerd op gegevens van o.a. een doorsnee benzinestation en een studie uitgevoerd door het bureau IWACO te Rotterdam. Voor de stations met restaurant zijn bij de keuze van een installatie buffermogelijkheden en installatie capaciteit te berekenen aan de hand van waterverbruik.
|